Allergische reacties komen veel voor. Iedere arts krijgt hier wel eens mee te maken, van jeugdarts tot huisarts tot verschillende specialisten (denk bijvoorbeeld aan kno-artsen, longartsen, dermatologen en oogartsen). Er bestaan dan ook diverse allergische ziekten. Bovendien beperken allergische ziekten zich meestal niet tot een reactie met betrekking tot slechts één orgaan, wat afstemming vraagt tussen de verschillende artsen disciplines. Zo kan zowel de allergoloog als de dermatoloog gemoeid zijn met een galbulten behandeling. Zowel de kno-arts als de longarts met een hooikoorts behandeling of een astma behandeling. En zowel de oogarts als de kno-arts of allergoloog met een conjunctivitis. Een huisarts kan uiteraard met iedere vorm van allergie klachten te maken krijgen in zijn/haar praktijk.
De meest voorkomende allergische reactie bij jonge kinderen is eczeem, bijvoorbeeld in combinatie met een voedselallergie. In de loop der jaren ontwikkeld zich bij veel patiënten een vorm van allergisch astma, allergische rhinitis en/of huidreacties zoals galbulten. Bij menig allergisch patiënten komen deze reacties in wisselende combinaties voor.
Allergische patiënten hebben veelal een genetische aanleg om zogenaamde ‘IgE-antistoffen’ te produceren tegen bepaalde eiwitten in het milieu waar deze persoon mee in aanraking komt. Zulke eiwitten worden in medische terminologie ook wel ‘allergenen’ genoemd. Allergenen kunnen met het lichaam in aanraking komen via bijvoorbeeld de luchtwegen, de darm of de huid. Bij een gezond persoon is het natuurlijke immuunsysteem tolerant voor deze onschuldige eiwitten. Echter iemand met allergie ontwikkel een afweerreactie tegen het allergeen. Bij allergie wordt daarom ook wel gesproken van ‘een overdreven afweerreactie’ aangezien de reactie in feite niet nodig is.
Een reactie kan ook wel eens betekenen dat er sprake is van een bronchiale hyperreactiviteit in plaats van allergie. Hierbij ondervinden mensen last van niet-allergische prikkels zoals parfum of rook. Vaak zijn mensen met een allergie ook meer gevoelig voor het ontwikkelen van een bronchiale hyperreactiviteit of hyperreactieve luchtwegen.