Winkelstraten in veel dorpen en steden hebben het zwaar. Er werd al veel online gekocht voordat corona uitbrak. Door de lockdowns en winkelsluitingen is dat proces in een stroomversnelling gekomen. De meeste mensen gaan nog wel naar de supermarkt de bakker en de slager. Maar kleding, schoenen, speelgoed, drogisterijartikelen, meubels en multimedia apparatuur kopen we online. Gevolg: De ene na de andere winkel sluit zijn deuren. Steeds meer winkelstraten vertonen etalages waar al maanden een ‘te koop’ of ‘te huur’ poster voor de ramen hangt.
Een andere beleving van winkelen
Gemeenten worstelen met die leegloop. Wat moet er gebeuren met al die lege winkelpanden? Er zijn verschillende oplossingen. Soms wordt een winkelpand omgebouwd tot kantoor of woningen. Dat is vaak een ingrijpende en dus kostbare operatie. Een winkelpand is niet met een paar ingrepen om te toveren tot appartementen. En dan nog: Willem mensen wonen in een huis dat tussen winkels en horeca staat en waar je dus in een staat woont met de nodige reuring? Dat soort dilemma’s spelen een belangrijke rol bij de herinrichting van binnensteden.
Concentratie van winkels
Een oplossing waar veel gemeenten voor kiezen is concentratie van winkels. Niet langer zijn er meerdere winkelstraten, maar zijn er nog 1 of 2. Maar die zijn dan wel gezellig en goed gevuld. Nu corona voorbij is en er geen sprake meer is van lockdowns ontdekken veel winkeliers dat mensen het shoppen toch wel missen. Door duidelijk een meerwaarde te bieden ten opzichte van de webshop online proberen ze de klanten weer uit hun huizen te lokken. Door winkeliers te bewegen hun zaak te verplaatsen naar een straat waar nog meer winkels zijn komen locaties die minder in trek zijn leeg. Daar kan dan eventueel worden gesloopt om ruimte te maken voor woningbouw.
Horeca moet winkelstraten redden
De horeca leeft ook weer op sinds er geen gedwongen sluitingen meer zijn. Door horeca te combineren met winkels wordt een winkelstraat nog aantrekkelijker. Als het winkelend publiek even pauze kan nemen om wat te drinken of voor de lunch dan wordt het nog aantrekkelijker om een dagje de stad in te gaan. Er komt ook steeds meer variatie in horeca. Steeds meer verschillende keukens strijken neer in dorpen en steden. Voor een bijzondere maaltijd hoef je dus lang niet altijd meer naar Amsterdam. De hoofdstad heeft zo veel horeca zaken dat je er elke dag van het jaar ergens anders kunt gaan eten.
Blijven mensen naar de winkels komen?
De toekomst zal uitwijzen of het publiek ook in de komende jaren blijft winkelen in de stad. Als winkels goed genoeg hun best doen om hun zaak aantrekkelijk te maken dan moet dat zeker goed komen. Vastgoed beleggers die zich richten op winkelpanden constateren dat er minder leegstand is, al zijn er nog steeds regionale verschillen. Maar de kans is groot dat mensen uiteindelijk toch liever weer eens de stad in gaan om te shoppen, in plaats van hun aankoop vanachter een schermpje uit te kiezen en thuis te laten bezorgen.