Waarschijnlijk ken je ook wel iemand die astma of COPD heeft. In dat geval weet je hoe hinderlijk deze ziektes kunnen zijn en wat voor beperkingen ze in het dagelijks leven kunnen veroorzaken. Het is dan ook een goede zaak dat er door de jaren heen allerlei soorten hulpmiddelen zijn ontwikkeld waarmee deze twee aandoeningen aan de luchtwegen beter behandeld kunnen worden. Een van deze hulpmiddelen is een longfunctieonderzoek, dat met een moeilijk woord spirometrie wordt genoemd. Over dit onderzoek zullen we je in dit artikel meer vertellen.
Wanneer wordt een spirometrie uitgevoerd?
Zoals in de inleiding al aangegeven wordt een spirometrietest vaak uitgevoerd wanneer je aan astma of COPD lijdt. Maar de test wordt breder ingezet. Wanneer je bijvoorbeeld last hebt van heftige hoestbuien, benauwdheid, kortademigheid of ongebruikelijk veel slijm produceert, kan een longfunctieonderzoek ook worden ingezet om vast te stellen of iemand astma of COPD heeft.
Wanneer je een van de zojuist genoemde aandoeningen aan de longen reeds hebt, wordt het onderzoek over het algemeen periodiek opnieuw uitgevoerd om te kijken of de behandeling die is ingezet positieve uitwerkingen op de patiënt heeft. Door het regelmatig monitoren van de patiënt middels de uitvoering van een longfunctieonderzoek, kunnen behandelen artsen beter inzicht krijgen in de effecten van hun behandelplan en indien nodig dit plan bijsturen.
Wat levert een spirometrietest op?
Wanneer de spirometrietest is afgerond, heeft de behandelend arts inzicht in de hoeveelheid lucht die je kunt uitademen (voorafgaand aan een diepe inademing). Daarnaast wordt gekeken naar hoeveel lucht je in een seconde kunt uitademen, dit wordt ook wel de een secondewaarde genoemd.
De spirometer
De spirometer maakt het mogelijk dat degene die de spirometrie ondergaat zijn ademhaling kan laten meten. De spirometer zorgt er vervolgens voor dat de uitslagen van het onderzoek op een beeldscherm grafisch kunnen worden afgelezen.
Andere hulpmiddelen
Naast de spirometrie zijn er nog meerdere hulpmiddelen voorhanden om mensen met astma en/of COPD te behandelen. Een voorbeeld hiervan is de NHG standaard astma bij volwassenen, die specifiek is opgesteld om de behandeling van astma te kunnen verbeteren. Ook bij deze standaard geldt dat het hulpmiddel periodiek wordt ingezet, zodat het monitoren van de patiënt mogelijk wordt.
Andere hulpmiddelen die regelmatig worden gebruikt zijn de CCQ en de ACQ. Beide zijn vragenlijsten om de effecten van de behandeling van de aandoening aan de longen te kunnen monitoren en op basis van de uitkomsten eventuele acties te kunnen ondernemen.
Zoals je hebt gelezen, zijn er door de jaren heen aardig wat hulpmiddelen op de markt gebracht die ervoor kunnen zorgen dat een aantal nare longziektes beter kan worden behandeld. We hopen dan ook dat de ontwikkeling van nieuwe middelen die de behandeling nog verder kunnen verbeteren ook de komende tijd door blijft zetten.
Overigens is het niet zo dat iedere arts zomaar met een hulpmiddel overweg kan. Zo is een spirometrie interpretatie bijvoorbeeld niet zomaar iets en dien je een opleiding te volgen alvorens je dit kunt doen. Artsen volgen dan ook zo nu en dan nascholingen, om onder andere een juiste interpretatie van de uitslag van de test te kunnen geven.